Het Maritiem Museum staat op het punt een nieuw hoofdstuk te schrijven. Duik tijdens deze avond in de toekomstplannen voor het iconische gebouw van Wim Quist, verken hoe Post 65-architectuur een tweede leven kan krijgen in een veranderende stad en reflecteer op de ontmoeting tussen stad en haven.

Het Maritiem Museum staat aan de vooravond van een ingrijpende transformatie. Het gebouw van architect Wim Quist stamt uit 1986 en is toe aan vernieuwing. Het vertrekpunt is het huidige gebouw, dat wordt aangepast aan deze tijd en de toekomstige wensen voor de huisvesting van het museum. De gemeente Rotterdam – eigenaar van het pand en de collectie – en de museumorganisatie buigen zich nu al enkele jaren over de mogelijkheden, met behulp van ontwerpkracht uit Rotterdam. Tijdens deze avond wordt het proces tot nu toe beschouwd. Sluit aan voor een deep dive in de transformatie van een gebouw dat Rotterdam letterlijk en figuurlijk met de haven verbindt.

Deze vernieuwing is meer dan een opknapbeurt, het is een wezenlijke ontwerpvraag die start bij de waardering van Post 65-architectuur in Rotterdam. Wat zijn de mogelijkheden om het originele ontwerp op toekomstbestendige wijze eer aan te doen, terwijl we ook ruimte maken voor verbetering en aansluiting zoeken bij een veranderende stad? Deze transformatie is de aanleiding voor de Rooftop Roetsj, het jubileumprogramma van Rotterdamse Dakendagen op het dak van het museum.

Over het programma

De avond begint met architectuurhistoricus Wijnand Galema, die zijn cultuurhistorische verkenning Ontmoeting van stad en haven toelicht. Vervolgens presenteren Lesia Topolnyk, Atelier van Berlo en Obscura hun studies uit 2021. Deze ontwerpverkenningen kwamen tot stand vanuit het Rotterdamse architectuurbeleid, dat jonge bureaus ruimte biedt om in de initiatieffase van een ontwikkeling aan te sluiten.

Tot slot volgen reflecties vanuit het museum zelf én een bijdrage van Joost Brands namens Quist Wintermans Architekten, over het oeuvre van Wim Quist en de manier waarop de oorspronkelijke ontwerpvisie kan worden voortgezet in de volgende fase van het gebouw.

Met bijdragen van