Nieuws

Samen stadmaken: ons festivalhart als testplek voor Schiemond

Geplaatst op: 14 mei 2025

Nog heel even en de kade achter de Schiehavenhallen in Schiemond is geen verborgen en verlaten plek meer, maar het levendige festivalhart van de Rotterdam Architectuur Maand 2025. Een plek die volledig opgebouwd is met hergebruikte materialen en waar bezoekers, bewoners en makers ontdekken hoe je samen kunt ‘stadmaken’.

In gesprek met RA Maand-producent Reineke Otten en ontwerper Rune Lierman van Studio Architectuur MAKEN: wat gaan we op de plek doen, zien en meemaken? Welk proces ging eraan vooraf? En welke blijvende indruk hopen ze dat het festivalhart zal achterlaten?

Tekst door Lindy Kuit, foto’s door Reineke Otten

Alles is er al

Studio Architectuur MAKEN realiseert niet alleen met restmaterialen een tribune en podium binnen het festivalhart, maar ook in samenwerking met Studio-Method een spreeuwenpaviljoen. Rune: “Voordat we begonnen met ontwerpen, hebben we een manifest geschreven met als belangrijkste uitgangspunt: alles is er al. Als we om de aarde geven, stoppen we met nemen en beginnen we terug te geven.

De RA Maand biedt ons als ontwerpers een moment voor kritische reflectie. We hebben jaren op een bepaalde manier ontworpen en gebouwd – hoe kan dat anders, beter, onuitputtelijker? We willen voorbeelden maken en onderwerpen agenderen, zoals het Klimaatakkoord van Parijs. Hierbij willen we laten zien dat je proactief en in het moment moet samenwerken met lokale partners als je wil ontwerpen met alles wat er al is.”

Paris ‘Proof-tuin’

Over het Klimaatakkoord gesproken: in 2024 heeft de gemeente Schiehaven Noord, dat naast de Schiehavenhallen ligt, aangewezen als proeftuin voor Paris Proof-bouwen. Rotterdam wil in die proeftuin samen met marktpartijen en kennisinstellingen leren hoe ze duurzaam en betaalbaar, met zo min mogelijk CO₂-uitstoot, kunnen ontwerpen en bouwen.

“Het festivalhart bouwt ook voort op die metaforische proeftuin”, vertelt Reineke. “Maar we willen het breder trekken: hoe kunnen we samen voldoen aan die klimaatdoelen? En welke levensstijl die mensen al intrinsiek volgen, sluiten naadloos aan bij de klimaatdoelen die de gemeente stelt? Dat zit op verschillende manieren verweven in alle interventies binnen het festivalhart met als doel de bezoeker te inspireren.”

Foto v.l.n.r.: Rune Lierman, Reineke Otten en Martijn Linnarz (Bende Rotterdam)

Biodivers en circulair

Als je straks het festivalhart bezoekt kun je onder meer via een trap met uitzicht over de Nieuwe Maas het terrein binnenkomen. Rune: “De eerste interventie die je dan tegenkomt is het podium voor stadsnatuur, gemaakt met materialen die er al waren. Samen met een ecoloog hebben we gekeken naar de huidige biodiversiteit en hebben we onderzocht hoe we die kunnen versterken met ons ontwerp.”

“Als je wil ontwerpen met alles wat er al is, moet je proactief en in het moment samenwerken met lokale partners.”

Rune Lierman (Studio Architectuur MAKEN)

Het podium in aanbouw op de kade

“Daarnaast is het een plek om samen te komen en verbindingen te leggen, met lezingen en andere events”, gaat Rune verder. “Het podium is opgebouwd met hergebruikte planken van douglashout en leemstenen van het Rotterdamse project Stadsgrond.” Zo zijn alle gebruikte materialen circulair, hergebruikt, gevonden of gegeven. De houten planken van het podium hebben zelfs een bijzondere geschiedenis.

Reineke: “Lange tijd werden deze planken gebruikt in tentoonstellingen in Nieuwe Instituut. Eenmaal afgebroken werd het hout, zonder het te bewerken, hergebruikt tijdens de IABR 2024. Daarna speelde het een rol in de Tuinen van de toekomst-tentoonstelling in Nieuwe Instituut. En nu krijgen de planken een vierde leven binnen een bijzonder bouwwerk in het festivalhart.”

Ode aan de geschiedenis

Vlak bij het podium komt een tentoonstelling van TENT: Where the river is, een project van kunstenaar Maud van den Beuken over de dunne lijn tussen land en water. In de Schiehavenhallen is daarnaast de hoofdtentoonstelling van de RA Maand te zien: Duurzaam ruimte maken. Samen met de Klimaat Academie Rotterdam zijn voor deze expo 27 projecten geselecteerd die laten zien hoe de stad groener, aantrekkelijker en klimaatbestendiger kan worden.

“De hallen hebben decennialang een belangrijke rol gespeeld als op- en overslagplek voor goederen”, vertelt Reineke. “Het scenografische landschap van de tentoonstelling bouwen we op met circulaire bakstenen van DC Bricks, inclusief de pallets waarop ze binnenkomen. Na de tentoonstelling worden de bakstenen gewoon gebruikt. Zo trekken we niet alleen die circulaire gedachte door, maar brengen we ook een ode aan de geschiedenis van de plek.”

Potentie van de plek

“Elke interventie heeft een onderliggende gedachte waarmee we het perspectief van bezoekers willen veranderen”, gaat Rune verder. “Voor wie niet direct vanuit vogelvluchtperspectief naar de interventies kijkt staan er ook quotes, zodat mensen even stilstaan en een moment voor reflectie nemen. Daarnaast spelen de interventies met de vraag: wat is architectuur? Het zijn geen grootste gebaren, maar ze voegen op architecturaal niveau wel degelijk iets toe. Neem het spreeuwenpaviljoen, dat Studio-Method heeft ontworpen. Hier kijk je vanuit de biotoop van de spreeuw en komen mens en natuur samen in een ware ecokathedraal. In dit geval laat architectuur de potentie van de plek zien en maakt het heel toekomstgericht indruk op mensen.”

Foto door Linda Muysson

Verder op de kade komt tot slot nog een tuin van stichting Gore Tengels. Een eetbare tuin welteverstaan, in plantenbakken die zijn opgebouwd met gevonden materialen die al op de kade lagen. Reineke: “Ook hier hebben we weer verbinding gezocht met een bijzondere, lokale partij. Gore Tengels bestaat uit een enorme groep van actieve vrijwilligers die nu al elke vrijdag bij elkaar komen om aan de kadetuin te werken. Dat is op sociaal niveau natuurlijk prachtig.”

“Een goede en fijne wijk is meer dan straten en gebouwen – de mensen, daar draait het allemaal om.”

Reineke Otten (Rotterdam Architectuur Maand)

Ook met en voor omwonenden

Naast diverse samenwerkingen met lokale partners en makers is de verbinding met omwonenden belangrijk voor het festivalhart. “In oud-Schiemond zit een hele hechte community met veel bewoners die er al sinds het begin wonen”, vertelt Reineke. “Veel bekende voetballers komen er vandaan. Via verschillende bestaande netwerken, zoals de Groene Connectie, hebben we ze geprobeerd te benaderen. Al heel snel kwam toen het idee om een fotoboek te maken, zodat we de wijk kunnen laten zien door de ogen van haar bewoners. Daarnaast gaat een aantal bewoners een rol spelen in de horeca van het festivalhart door koeken te verkopen. Een goede en fijne wijk is meer dan alleen straten en gebouwen – de mensen, daar draait het allemaal om.”

Het podium in verschillende fasen van aanbouw

Placetesting en placemaking

Wat gebeurt er met de plek als het festivalhart na de RA Maand weer wegtrekt? Kunnen de interventies iets blijvends teweegbrengen? Reineke: “Normaal gesproken landen we met de RA Maand ergens, tuigen we het op en breken we het weer af. Dit jaar doen we veel meer aan placetesting en placemaking. Alle interventies zijn zo ontworpen en gebouwd dat ze in elk geval minimaal vijf jaar kunnen blijven staan. Ik hoop dat we na de RA Maand een belangrijke plek hebben gemaakt waar Rotterdammers naartoe blijven gaan. Dat ze eigenaarschap nemen, voortborduren op het stedelijke en sociale weefsel – dat er al was, maar we hopelijk ook hebben geholpen te versterken.”

Rune: “Dit hele gebied zit vol bedrijvigheid en verbindingen; het is echt een broeiplek. Vaak zie je dat deze kwaliteiten onder druk komen te staan wanneer een gebied commercieel wordt ontwikkeld. Het mooie aan wat we in het festivalhart doen, is dat we mensen bij elkaar brengen en laten zien dat hier nu al het verschil wordt gemaakt in de vele transities waarvoor we staan. Dit gebied komt qua DNA overeen met de Paris Proof-ambities van de gemeente, heeft echt toekomstwaarde.

Na de RA Maand hoop ik, en dit hebben we ook in ons manifest geschreven, dat de mensen in de omliggende wijken elkaar hebben gevonden, elkaar het leven makkelijker kunnen maken door elkaar iets te geven. En daarmee iedereens leven een betere toekomst geven.”